Veranderende maatschappij
Er vinden grote veranderingen plaats in zorg en welzijn. We kennen begrippen als participatie-samenleving, transformatie en kanteling. Achter dit jargon gaat de verwachting schuil dat mensen in de wijk of het dorp meer voor elkaar zullen gaan doen. Daarnaast wordt van professionals verwacht dat zij mensen hierbij ondersteunen.
Alle veranderingen leiden tot bezorgdheid, want: kunnen mensen nog wel meer doen? We doen toch al zo veel? Vallen de meest kwetsbaren straks niet buiten de boot? Het zijn terechte vragen. Tegelijkertijd bieden deze veranderingen kansen: veel hulp en ondersteuning kunnen het beste gegeven worden door mensen die dichtbij de ander staan en de tijd hebben om de ander te ondersteunen. Niet vanuit een specifiek beroep, niet met de focus op specifieke problemen, maar vanuit medemenselijkheid, van mens tot mens.
Er zijn talloze voorbeelden van mensen die naar elkaar omzien in de buurt, elkaar helpen of gewoon voor de gezelligheid elkaar ontmoeten. Daar ligt de kern van Zorgcoöperatie De Haven: een bewonersnetwerk voor onderlinge hulp- en dienstverlening in Oeffelt. Deze hulp kan gaan om ‘even iemand uit de brand helpen’, bijvoorbeeld met de tuin of een boodschap. Maar ook hulp die complexer is of langer duurt komt voor: iemand helpen met revalidatie-oefeningen of wekelijks een luisterend oor bieden aan een weduwe of weduwnaar. Ook gewoon even omzien naar elkaar, oog hebben voor elkaar.
Dat dorpsbewoners naar elkaar omzien en bouwen aan een netwerk is geen nieuw verschijnsel. Veel mensen nemen het heft in eigen hand als voorzieningen verschralen of onvoldoende aansluiten bij hun wensen, ook wanneer het om hulpuitwisseling in de buurt gaat. Zij organiseren maaltijden, werkplaatsen, bijeenkomsten en allerlei andere activiteiten om met elkaar in contact te komen en van betekenis te zijn voor elkaar. Vaak is het leuk en een echte verrijking, om er voor iemand anders te zijn. Al deze activiteiten sluiten aan bij de wens van mensen om elkaar te kunnen helpen.
De verwachtingen vanuit de overheid op dit gebied zijn hooggespannen. Daaraan ligt een mix van idealen en economische motieven ten grondslag. Enerzijds willen mensen langer thuis blijven wonen en willen we maatwerk en ontbureaucratisering. Wat kunnen dorpsgenoten hierin betekenen? Anderzijds groeien de kosten voor zorg en ondersteuning de pan uit en is de verwachting dat, als we niks doen, het stelsel onhoudbaar wordt.
Het dorp als eigenaar van de zorg
In Brabant is het allemaal begonnen. In onze provincie ontstonden enkele jaren terug de eerste zorgcoöperaties waarbij bewoners zelf de zorg in hun dorp organiseerden. Zorgcoöperaties zijn burgerinitiatieven waar bewoners lid van kunnen worden en waarbij de zorgvragers en zorgverleners gelijkwaardig zijn.
Voor zorgvragers is een coöperatie een uitkomst. Zorgcoöperaties slagen erin om mensgerichte zorg te verlenen, dus zorg die aansluit bij de manier waarop zorgvragers hun leven willen leiden. Ook professionele zorgverleners vinden het prettig om binnen een zorgcoöperatie te werken omdat ze minder cliënten hebben en zelf hun rooster kunnen indelen.
Roos Sohier, beleidsadviseur bij de Provinciale Raad Gezondheid en lid van de klankbordgroep van dit onderzoek: ‘We maken nu de omslag naar een participatiemaatschappij. De verantwoordelijkheid, het eigenaarschap, wordt steeds meer door burgers opgepakt. Een zorgcoöperatie past bij deze trend. Voor mij is een zorgcoöperatie een organisatievorm waarbij het eigenaarschap bij de bewoners ligt en waarbij de vitaliteit van de gemeenschap wordt versterkt. We zien in Nederland momenteel zorgcoöperaties ontstaan die zich wel zo noemen maar waarbij het eigenaarschap bij de zorgaanbieder ligt. Dat is in mijn ogen geen zorgcoöperatie’.
De gelijkwaardigheid tussen zorgverleners, zorgvragers en hun naasten is het mooie van deze relatief nieuwe organisatievorm. Daardoor zie je dat er ‘vanuit het hart’ wordt gewerkt. Mensen doen wat nodig is, niet wat het aanbod van de zorgorganisatie is.
Op welke soort hulp richten wij ons
Wij moeten ons een beeld vormen van het soort hulp dat in Oeffelt gevraagd of aangeboden zal worden. Voor alleenstaande tachtigplussers in ons dorp is er mogelijk meer behoefte aan hulp in en om het huis, ontmoetingsactiviteiten en vervoer. Gezinnen met kinderen in de basisschoolleeftijd hebben misschien behoefte aan oppashulp, een kinderboeken-ruildienst en spelactiviteiten. Voor mensen die van een laag inkomen leven kunnen er via de zorgcoöperatie ruil-, weggeef- en deeldiensten worden opgezet. Al doende wordt duidelijk waar de grootste noden liggen.
De zorgverlening van de zorgcoöperatie is essentieel anders dan die van de reguliere zorgaanbieders. Zij is meteen ter plekke. In principe gaat ze per ommegaande kijken wat er aan de hand is. Vervolgens: als er hulp geboden wordt, is dat met één hulpverlener, of in ieder geval met zo weinig mogelijk verschillende. De grote partijen kunnen dat niet. Als derde: Er zijn vrijwilligers voor de aanvullende onbetaalde zorgvraag. Dat gaat om kleine diensten als boodschappen doen, een praatje maken, huishoudelijke klussen, het gras maaien. Neem bij voorbeeld iemand die na een operatie thuis revalideert en niet naar buiten kan met zijn hond. Misschien is er een vrijwilliger die het leuk vindt om met die hond op stap te gaan. Iedereen blij. Daar zit ook een preventiegedachte achter. Men denkt en hoopt dat de onbetaalde zorg de betaalde zorg niet nodig maakt. De samenleving is beter af als je betaalde zorg voorkomt.
Zorgcoöperatie De Haven als mantelzorgondersteuning
Ook mensen die langdurig voor een ander zorgen kunnen vaak zelf ondersteuning en hulp gebruiken. Dat mantelzorgers terug kunnen vallen op bewoners in de buurt die hen ondersteunen wanneer dat nodig is, kan hen veel verlichting bieden. De zorgcoöperatie is dus ook van grote waarde voor mantelzorgers. Daarbij gaat het ook om mantelzorgers die zelf niet in de buurt wonen. Denk bijvoorbeeld aan kinderen uit andere delen van het land. De mogelijkheid om de zorgcoöperatie te bellen als moeder of vader de telefoon niet opneemt, kan veel onnodige zorgen en autoritten voorkomen. Goede communicatielijnen als onderdeel van zorg.
Wederkerigheid
Bij de zorgcoöperatie draait het om onderlinge dienst- en hulpverlening. Het is een organisatievorm waarbij leden zowel producent als consument kunnen zijn. Wederkerigheid is de essentie van een zorgcoöperatie. Hulp vragen en bieden is een vorm van sociaal contact. Bij elke sociale relatie, en dus ook bij het onderling verlenen van hulp, speelt wederkerigheid een belangrijke rol. Door iets aan elkaar te geven, geef je aan dat je elkaar waardeert, en tegelijkertijd erken je in feite de onderlinge afhankelijkheid die hoort bij het mens zijn: we hebben elkaar nu eenmaal nodig.
Als we een sterke band met mensen hebben, zoals met familieleden en goede vrienden, is hulp of ondersteuning bijna vanzelfsprekend. Bij mensen met wie we zo’n sterke band hebben, verwachten we niet direct iets terug. Naarmate de sociale afstand groter is, is het evenwicht in het geven en ontvangen belangrijker en verwachten we dus ook sneller een tegenprestatie als we de ander iets hebben gegeven.
Wederkerigheid maakt relaties, waarin hulp wordt uitgewisseld, gelijkwaardiger. Door iets (terug) te doen voor een ander, kun je van betekenis zijn. Dat geeft niet alleen zin aan het leven, het blijkt ook ons zelfbeeld, ons zelfvertrouwen en onze gezondheid te verbeteren.